Vragen over de afdelingen van het dierenrijk (klas 1 en klas 3)
Vraag 1:
Tot welke afdeling behoort de kwal?
A. de weekdieren;
B. de holtedieren;
C. de eencellige dieren.
Vraag 2:
Wat voor type skelet hebben wormen?
A. uitwendig skelet;
B. inwendig skelet;
C. geen skelet.
Vraag 3:
Welk dier hoort niet tot de geleedpotigen?
A. slang;
B. krab;
C. huisvlieg.
Vraag 4:
Welke afdeling heeft dieren die niet-symmetrisch zijn?
A. eencellige dieren;
B. gewervelden;
C. stekelhuidigen.
Vraag 5:
Tot welke afdeling behoort het dier hiernaast?
A. geleedpotigen;
B. weekdieren;
C. stekelhuidigen.
Vraag 6:
Welke groep dieren behoort niet tot de gewervelden?
A. amfibieen;
B. insecten;
C. vissen.
Vraag 7:
Welke dieren behoren tot dezelfde afdeling?
A. de amoebe en de lintworm;
B. de inktvis en de slak;
C. de duizendpoot en de zeester.
Vraag 8:
Tot welke groep van de gewervelden behoort de chimpansee?
A. de reptielen;
B. de zoogdieren;
C. de amfibieen.
Vraag 9:
Tot welke groep van de geleedpotigen behoort de libelle?
A. de insecten;
B. de spinnen;
C. de kreeftachtigen.