het lichaam bestaat uit een kop, een borststuk en een
achterlijf
het borststuk draagt zes poten en vaak een of twee paar
vleugels
de kop heeft ogen en voelsprieten
er zijn zo'n 40.000 soorten insecten op de wereld
Gevleugelde insecten zijn die insecten, die in hun leven een
metamorfose ondergaan. Veel insecten ondergaan een volledige metamorfose: door
de volwassen dieren worden eitjes gelegd. Uit de eitjes komt een larve. De
larve is in staat om te groeien. Op een bepaald tijdstip verpopt de larve
zich. In de pop groeit het dier met het volwassen uiterlijk. Bij enkele
groepen insecten zijn de stadia larve en pop samengevat tot het nymfestadium.
Het jonge dier lijkt uiterlijk op het volwassen dier. Dit is bijvoorbeeld bij
sprinkhanen het geval.
Voorbeelden
libellen, oorwormen, sprinkhanen, wantsen, cicaden en
bladluizen, thripsen, luizen, vlooien, mierenleeuwen, vlinders,
kokerjuffers, vliegen en muggen, bijen, wespen en mieren en
kevers.