Maak de kruiswoordpuzzel. Klik op een nummer in de puzzel en beantwoord de vraag. Als je de puzzel af denkt te hebben, klik dan op de knop "controleer" en bekijk hoe je het hebt gedaan. SUCCES!

1						2						3
					4
										5
		6
									7						8
							9						10
				11
													12
				13				14

 Controleer 

Horizontaal: 1. Welk type doorsnede heeft de linkerappel? 4. Dit orgaan pompt bloed door je lichaam 5. Hoe wordt een groep cellen met dezelfde functie genoemd? 6. Wat is de naam van dit orgaan? 7. Een ander woord voor levend wezen 10. Dieren zoals mensen moeten regelmatig naar de wc om een plasje te doen. Tot welk levensverschijnsel behoort plassen? 11. Wat is de naam van onderdeel 1 van de microscoop? 12. Een ander woord voor vergrootglas 13. Tot welk organenstelsel behoort de afbeelding?

Verticaal: 1. Is een steen een voorbeeld van levend, dood of levenloos? 2. Met dit microscooponderdeel regel je de hoeveelheid licht 3. In dit deel van het darmstelsel wordt ontlasting opgeslagen 5. Tot welk levensverschijnsel behoren zien en horen? 8. Wat geeft nummer 3 aan? 9. Met deze organen kun je ademhalen 14. Is deze kast levend, dood of levenloos?