Thema 6: Regeling

By S. Westerink


1. Wat is de naam van onderdeel 1 en wat geven de zwarte pijlen aan (=2.) in dit onderdeel?

    1=celkern, 2=prikkel

    1=uitloper, 2=impuls

    1=uitloper, 2=prikkel

    1=cellichaam, 2=impuls

2. Bij welk type zenuwcel ligt alleen het cellichaam in het centrale zenuwstelsel?

    bij een schakelcel

    bij een gevoelszenuwcel

    bij een bewegingszenuwcel

3. Jan zegt: de grijze stof bevat cellichamen van schakelcellen. An beweert: de grijze stof bevat cellichamen van bewegingszenuwcellen. Wie heeft / hebben er gelijk?

    alleen Jan

    alleen An

    beide hebben gelijk

    geen van beide heeft gelijk

4. Wat is een gemengde zenuw?

    deze bevat uitlopers van gevoelszenuwcellen en bewegingszenuwcellen

    deze bevat cellichamen van gevoelszenuwcellen en bewegingszenuwcellen

    geen van de antwoorden is correct

5. Welk gedeelte van de hersenen wordt aangegeven met de letter 1?

    de grote hersenen

    de kleine hersenen

    de hersenstam

6. Bekijk de afbeelding van vraag 5. Welk hersencentrum wordt aangegeven met de 2?

    gezichtscentrum

    gehoorcentrum

    reukcentrum

    spreekcentrum

7. Welke van onderstaande antwoorden is geen functie van de kleine hersenen?

    evenwicht houden

    coordinatie van bewegingen

    bewuste gewaarwording van prikkels

8. Wat is het verschil tussen een bewuste reactie en een onbewuste reactie (=reflex)?

    bij een reflex voel je eerst de pijn en daarna maak je de beweging

    bij een reflex maak je eerst de beweging en daarna voel je pas de pijn

9. Welke van onderstaande hormoonklieren maakt een groeihormoon dat de groei van beenderen van het skelet regelt?

    de schildklier

    de hypofyse

    de bijnier

    de eilandjes van Langerhans

10. In de afbeelding zie hoe het glucosegehalte wordt bepaald door de hormonen insuline en glucagon. In welk orgaan vindt dit proces plaats?

    in de bijnieren

    in de alvleesklier

    in de schildklier

    in de hypofyse

11. Welk hormoon wordt gemaakt door de bijnieren?

    adrenaline

    insuline

    schildklierhormoon

    glucagon

12. Welke van de onderstaande antwoorden is geen voorbeeld van een werking van het hypofysehormoon?

    produceert een hormoon dat de teelballen beinvloedt

    produceert een hormoon dat de schildklier beinvloedt

    produceert een groeihormoon

    produceert het vrouwelijk geslachtshormoon